|
Nacht
en
als dan plotseling
de
nacht
valt
als
een tapijt van sneeuw
en
toedekt
wat
gebleven is
en
de duur vervaagt
tot
stilte
dan
voelt de koude
tot
op het bot
lacht
geen vogel
geen
bloem, geen
wuivend
gras
een
kraai krast
geritsel,
stilte
de
koude wind
neemt
de plaats in
-
reeds lang voor
hem
bestemd -
nu
grijpt hij zijn kans
geen
sterren
geen
maan
geen
stille tekens hoop
slechts
een blauwe schijn
trilt
de stilte vast
verharding,
ijs
verstening
van de ziel
lichaam,
hand, oog
verliezen
al hun kracht
het
is niet de dood
die
hier ons wacht -
het
is de leegte
en
het niets,
een
verder dan de
dood
-
want
die is slechts
een
deur, die
zwaaiend
openzwiept
en
met een zacht
geruis
weer
terug
in het slot
van
het leven.
|
canandanann 08-09-03
|